"Longo maï" betekent in het Provençaals "Dat het lang mag duren". Een handvol jongeren brengt in 1973 het idee van een Europese Coöperatie in beweging. 25 Jaar later bestaat Longo maï uit 200 volwassenen, meer dan honderd kinderen en duizenden vrienden, die zich door heel Europa een eigen weg banen. Longo maï duurt voort en dat is vandaag de dag helemaal niet zo vanzelfsprekend. De val van de Muur heeft op ons oude continent veel verwachtingen gewekt waarvan niet veel meer is overgebleven. Alleen muziek en sport brengen nog -voor kortstondige emoties- massas mensen in beweging. Onze maatschappij versplintert steeds meer. De tijd van een betaalde baan voor iedereen is voorbij, degene die communicatiemiddelen bezit, wordt almachtig. Kapitaal en rijkdom concentreren zich. We beleven de globalisering met al zijn tegenstellingen, maar dat betekent nog niet het einde van ons verhaal. De productie- en consumptiemaatschappij van na de oorlog heeft zijn grenzen bereikt en laat een onbevredigd gevoel van leegte achter. "Hoe je leven te verdienen, zonder het te verliezen?" is de vraag die vandaag de dag wordt gesteld.
En wat heeft Longo maï daarmee te maken? In een kwart eeuw hebben we geleerd dat het mogelijk is te leven zonder zich met huid en haar aan de wetten van de markt uit te leveren. Verspreid over heel Europa vormen een tiental coöperaties een soort archipel. Met Longo maï "verdienen" we niet het leven, maar proberen er een zin aan te geven.
Uittreksel, Appèl van Bazel 1972
„...hoe hebben jullie ons
grootgebracht? Wat verwachten
jullie van ons? Dat we ons, om
niet te worden uitgesloten,
onderwerpen aan het onrecht en
de krankzinnige verplichtingen
van deze wereld, zonder hoop en
verwachting?
We weigeren dit uitzichtloze
gevecht voort te zetten. We
weigeren een bij voorbaat
verloren spel te spelen, een
spel met als enige uitkomst dat
wij in de criminele hoek worden
geduwd. Deze industriële
maatschappij gaat ongetwijfeld
haar ondergang tegemoet en daar
willen wij niet aan meedoen.
Liever zoeken we naar een manier
om ons eigen leven op te bouwen,
onze eigen ruimte te creëren,
waarvoor in deze cynische,
kapitalistische wereld geen
plaats meer is. Ruimte vinden we
genoeg in de economisch en
sociaal zwakke gebieden, waar de
jongeren in grote getalen
vertrekken en alleen degenen
achterblijven die geen andere
keus meer hebben.
Wij eisen van alle regeringen in
Europa enkele vierkante
kilometers land in verlaten
gebieden waar we met jongeren
van verschillende
nationaliteiten een
gemeenschappelijk leven kunnen
opbouwen. Een zelfbestuurde
gemeenschap, met de Verklaring
van de Rechten van de Mens als
grondslag, die door haar
coöperatieve activiteiten in de
eigen behoeften voorziet en zo
aantoont dat afgeschreven
gebieden ruimschoots
levensvatbaar zijn. „